maandag 2 maart 2009

Ra, ra: niet tegen, maar ook niet voor

Het spitsverkeer naar Utrecht loopt 's ochtends vast. In de avond wil iedereen de regio uit: weer alles vast. Dat niet alleen. Langs Utrecht komt verkeer in de ochtend vooral van Zuid naar Noord en van OOst naar West. In de avond andersom.
Aan de centrale ligging van Utrecht zijn veel voordelen verbonden zoals de vrijwel constante economische groei en daaraan gepaard gaande groei van de werkgelegenheid in onze regio. Maar er zijn ook nadelen. Het vastlopende verkeer is er een van.

In een vorige college, periode 2003 - 2007, was PvdA-er Ger Mik gedeputeerde Mobiliteit. Hij gaf leiding aan het project "Draaischijf Utrecht" en sloot een Bestuursakkoord met betrokken gemeenten en het Rijk. In dat akkoord stonden stappen om de Draaischijf Utrecht in 2020 weer in beweging te krijgen. Er was een kolosaal geldbedrag aan verbonden: maximaal 3.1 miljard Euro. Ger Mik wordt er, door vriend en vijand, nog om geprezen.

In 2006 verscheen een Netwerkanalyse. Daarin werd beschreven wat de mobiliteitsproblemen in 2020 in Utrecht zouden zijn bij niets doen. Oplossingsrichtingen werden geopperd en bekeken op hun effectiviteit. Het ging om zes richtingen: (1) Ruimtelijke visie, wonen en werken in relatie tot de verwachte mobiliteit. (2) Het beprijzen van vrachtauto's en personenwagens. (3) Mobiliteitsmanagement, het slim organiseren van alternatieven voor de auto waaronder de fiets. (4) Het verbeteren van het openbaar vervoer. (5) Betere benutting en het aanpassen van wegen en zo nodig nieuwe infrastructuur. (6) Goederenvervoer, het oplossen van knelpunten.

Als vervolg op de netwerkanalyse werd besloten twee planstudies uit te voeren: een voor de ring Utrecht en een voor de driehoek Utrecht-Hilversum-Amersfoort.
Deze planstudies zijn in december 2008 gepubliceerd. Het is duidelijk. Als we de mobiliteit (fiets, OV en wegen) in Utrecht willen verbeteren staan we voor lastige keuzen. Natuurlijk moet er veel meer aandacht komen voor de fiets en voor het OV, maar het auto- en vrachtverkeer is en blijft dominant.

Lastige keuzen. In beide planstudies worden wegenvarianten benoemd die in het rapport worden neergezet als 'extreem'. Dat zijn ze ook. Terecht is de bevolking daartegen te hoop gelopen. Ik doel op het voorstel voor een snelweg door Leidsche Rijn, Nieuwegein (Blokhoeve) en Amelisweerd/Rhijnauwen. Maar ook op de westelijke ontsluiting bij Amersfoort, een weg van de A1 naar de A28 die de natuurgebieden Coelhorst en Birkhoven doorsnijdt evenals Hoogland-West.

De PvdA fractie wijst beide extreme varianten af. Tegelijk zijn we er ons van bewust dat verderop in dit proces moeilijke keuzen gemaakt moeten worden, ook door de PvdA. Ook daarom moeten de extreme varianten van tafel.

Helaas kreeg een motie van deze strekking niet de meerderheid. In de vergadering van Provinciale Staten op 23 februari werd deze afgewezen door de coalitiepartijen CDA, VVD en CU. Het zag er tijdens de vergadering nog even naar uit dat het CDA zou meegaan, maar coalitietrouw aan de VVD stond dat in de weg.

Daags na de PS vergadering voelde VVD gedeputeerde Ekkers al nattigheid. Hij liet in de krant optekenen dat de provincie niet tegen een ringweg door Leidsche Rijn is, maar ook niet voor.
Ra, ra wat is nu eigenlijk het standpunt van Ekkers?