Niet morsen a.u.b.!
Al in 2006 besloten de Provinciale Staten van Utrecht om in de eerste helft van 2008 na te gaan hoe het zou gaan met de woningproductie. Het was één van de besluiten die volgde op het eindrapport van de Commissie Onderzoek Bouwstagnatie (COB). Als de bouwproductie niet het gewenste peil zou halen zouden de Staten van Utrecht ernstig moeten overwegen om te besluiten over aanvullende bouwlocaties.
Helaas gaat het met de woningproductie niet goed genoeg. Jaarlijks moeten in de provincie vanaf 2005 tussen de 8.300 en 8.800 woningen worden gebouwd. Dat aantal halen we niet: in 2005:
Dus kwam PvdA gedeputeerde Jan de Wilde mede namens Bart Krol (CDA) met een notitie naar de Staten waarin, op basis van twee onderzoeken, voordstellen werden gedaan en conclusies werden getrokken.
Wat te doen?
GS stellen voor te koersen op de bouw van 8.000 woningen per jaar. Dat aantal is volgens de onderzoeken realistisch. Daarmee wordt het doel, een maximaal woningtekort in de provincie van 3% in 2015, weliswaar niet gehaald, maar we komen wel een stuk dichterbij.
Tijdens de behandeling van deze plannen in de commissie op 2 juni jl., kwam ook de planning van de Rijnenburg, gelegen in de zuidwestelijke oksel van het verkeersplein Oudenrijn, ter sprake. Het is een gebied van circa
Als we de beschikbare ruimte vergelijken met de bebouwing van bijvoorbeeld Leidsche Rijn met 30 woningen per hectare, dan zou er rekenkundig plek zijn voor circa 23.000 woningen.
Onze fractie in de Provinciale Staten stelde dan ook dat 15.000 tot 20.000 woningen op Rijnenburg tot de mogelijkheden behoort. Natuurlijk moet je dan goed kijken naar de ontsluiting van dit gebied met wegen en openbaar vervoer.
Het plan van de stadcoalitie is aldus provinciale PvdA: ‘ vermorsen van schaarse ruimte’.
Het provinciale coalitieakkoord heeft niet voor niets als titel meegekregen: “Slagvaardig werken aan kwaliteit en duurzaamheid.”
Daar hoort duurzaam ruimtegebruik ook bij.